|
welke problemen
In mijn praktijk help ik kinderen vanaf 4 jaar tot ongeveer 12 jaar (soms ouder) met uiteenlopende problemen. Dat kunnen emotionele problemen zijn, sociale problemen of problemen die kunnen ontstaan door traumatische ervaringen. Ik heb veel kinderen kunnen helpen met hechtingsproblemen (adoptie en echtscheiding), kinderen die heel sensitief in de wereld staan (hoog sensitief en hoogbegaafd), kinderen die gepest zijn, kinderen die ADHD gedrag laten zien (hoeft geen ADHD te zijn), kinderen die te maken hebben met ziekte en trauma's van het kind zelf of in het gezin, (bijvoorbeeld situaties rond Burn-out), kinderen leren omgaan met psychische of lichamelijke beperkingen (spraak-taalstoornissen) en kinderen die autistiform gedrag laten zien.
Problemen manifesteren zich regelmatig eenduidig en worden dan ook zo benoemd (bijvoorbeeld; "mijn kind kan niet slapen", of "mijn kind heeft geen zin om naar school te gaan"). Maar de problematiek van een kind is echter nooit eenduidig. In de meeste gevallen is er sprake van een combinatie van verschillende soorten van problematiek en/of is er sprake van onderliggende problematiek. Bovendien beïnvloeden die verschillende soorten ontwikkelingsproblemen elkaar onderling.
Bijvoorbeeld bij hechtingsproblematiek wordt al snel gedacht aan bij kinderen met een adoptieachtergrond. Hechtingsproblematiek speelt echter ook een vaak rol bij kinderen van gescheiden ouders of als een ouder lang ziek is geweest. Zo'n periode van minder aandacht voor je kind in het verleden kan zich later manifesteren, bijvoorbeeld als ADHD gedrag omdat het er zo uitziet. De werkelijke oorzaak ligt vaak elders.
Ik werk holistisch, dus in mijn aanpak staat het kind centraal, niet de problematiek. Ik werk dus niet met vaste modules, die passen bij een bepaald ontwikkelingsprobleem, maar volg een kind in zijn spel of tekeningen en stimuleer een kind op een natuurlijke manier bij zijn verwerkings- en herstelproces.
Al spelend komt de problematiek en de pijn aan de oppervlakte en kan een kind dit in zijn spel verwerken. Zo kan een gestagneerde ontwikkeling weer op gang komen. In speltherapie kunnen kinderen zich ontspannen, wensen en gevoelens uiten, ervaringen verwerken en experimenteren met allerlei vormen van gedrag. In speltherapie kunnen kinderen nieuwe ervaringen opdoen, waardoor een kind emotioneel en cognitief nieuwe inzichten kan verwerven.
Naast speltherapie maak ik ook gebruik van o.a. Theraplay, tekentherapie, differentiatietherapie en fasetherapie (meer hierover)
|
|
|
Signalen
Het is niet altijd meteen duidelijk dat je kind een probleem heeft, maar vaak zijn er wel signalen die daar op duiden. Je merkt dat ze:
| | snel prikkelbaar zijn
| | | opstandig en driftig zijn
| | | snel ruzie maken
| | | slecht slapen
| | | teruggetrokken zijn of juist drukker dan normaal
| | | buikpijn hebben of een andere lichamelijke klachten
| | | bedplassen
| | | snel en veel huilen
| | | angstig dromen
| | | zich alleen voelen
| | | faalangstig zijn of onzeker
| | | veel aandacht vragen
| | | zich niet kunnen aanpassen aan veranderingen
| | | niet alleen kunnen spelen
| | | zich moeilijk kunnen concentreren
| | | problemen hebben met het omgaan met andere kinderen
| | | pestgedrag laten zien of gepest worden
| | | wegloopgedrag vertonen
| | | geen zin hebben in leren
| | | dingen wegnemen
| | | zich anders voelen dan andere kinderen
|
|
|
|
Deze problemen kunnen allerlei oorzaken hebben. Je kunt hierin grofweg drie probleemgebieden onderscheiden:
|
|
|
Emotionele problemen
| | problemen met het uiten van gevoelens als angst, boosheid, verdriet
| | | te weinig zelfvertrouwen
| | | een negatief zelfbeeld
| | | hechtingsproblemen
|
|
|
|
Sociale problemen
| | moeilijkheden in de omgang met leeftijdgenootjes (niet kunnen samenspelen, pesten, teruggetrokken gedrag)
| | | moeilijkheden in de omgang met volwassenen (gedragsproblemen, slecht luisteren)
|
|
|
|
Traumatische ervaringen
| | verlies van belangrijke personen,
| | | verandering van de thuissituatie of gezinssamenstelling, (bijvoorbeeld echtscheiding of adoptie)
| | | mishandeling of daarvan getuige zijn,
| | | fysieke, affectieve en geestelijke verwaarlozing,
| | | ziekte, een handicap of psychiatrische problematiek van het kind zelf of gezinsleden,
| | | nare gebeurtenissen zoals een ongeluk, pesten, oorlog
|
|
|
|
Hoe ik samen met jullie als ouders deze problemen voor je kind zou kunnen oplossen of hanteerbaar maken lees je hierna.
|
|
|
|