|
differentiatie- en fasetherapie
Naast speltherapeut en kindertekentherapeut ben ik ook differentiatie- en fasetherapeut. Binnen een behandeling met speltherapie kan ik voor kinderen met hechtingsproblemen dus gebruik maken van differentiatietherapie en fasetherapie.
|
|
|
Hechtingsproblemen
Kinderen hebben een duurzame affectieve band (hechtings-relatie) nodig met hun ouders voor een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling. Door verschillende omstandigheden kan die hechtingsrelatie tussen ouder en kind al dan tijdelijk verstoord raken. Dat kan een echtscheiding zijn, (langdurige en/of ernstige) ziekte van ouders, een burn-out, of bijvoorbeeld wisselende opvoedingssituaties vanaf de geboorte (bijv. adoptie). Er kunnen dan gehechtheidproblemen ontstaan en dat heeft veel invloed op de ontwikkeling van een kind. Kinderen kunnen door een verstoorde hechtingsrelatie langdurige (chronische) stress ervaren, zodanig, dat ze dat niet zelf meer kunnen reguleren. Bij kinderen is dan hulp (externe stressregulatie) van buitenaf nodig.
Kinderen met hechtingsproblemen
Kinderen met hechtingsproblemen vinden het soms moeilijk contact te leggen. Het gedrag doet dan onverschillig aan. Het kind kan ook denken dat het juist met alle mensen bevriend is. Soms laten kinderen chaos zien, boosheid, angst, wantrouwen of zijn ze passief, teruggetrokken of lusteloos. Soms kan het kind niet spelen, is agressief of houdt steeds controle. Het kind kan de interacties met andere kinderen niet overzien en kan daarin vastlopen. Dit zijn allemaal verschijnselen die kunnen wijzen op hechtingsproblemen. De laatste jaren zijn hier therapieën voor ontwikkeld, de zogenaamde differentiatietherapie en fasetherapie. Deze therapieën lopen in elkaar over.
|
|
Als je als kind veilig bent gehecht, dan heb je van jongs af geleerd dat je ouders onvoorwaardelijk van je houden en dat je ze volledig kunt vertrouwen. Je hebt gekregen wat je nodig had: voldoende eten, drinken en liefde. Je weet dat je ouders er voor je zijn, dat ze voor je zorgen en dat je ze kan vertrouwen, wat maakt dat je als kind stapjes de wereld in durft te zetten. Je durft te ontdekken, te vallen en weer verder te kruipen. In stressvolle situaties zoek je als kind de nabijheid van personen aan wie je bent gehecht. Zij zijn de veilige haven van waaruit je de wereld ontdekt.
Als er iets mis gegaan is in de hechting, dan kan dit voor problemen zorgen. Een kind mist dan namelijk een soort van basisvertrouwen. Een kind kan zich hierdoor extreem vastklampen aan een verzorger of zich juist heel afstandelijk en onverschillig gedragen. Op latere leeftijd kan zo'n kind moeite hebben met het aangaan van relaties. De ernst van deze problemen kan flink uiteen lopen.
|
Differentiatie Therapie
Bij differentiatietherapie wordt een kind gestimuleerd om te leren differentiëren en allerlei verschillen te gaan voelen. Dat gebeurt in eerste instantie op een concreet niveau.
Een kind met hechtingsproblemen (hechtingsstoornis) heeft zich onvoldoende kunnen hechten. Differentiatietherapie richt zich op de ontwikkeling van hechtingsgedrag: zich richten op (nabijheid zoeken van) een specifieke volwassene. Het relationeel gestoorde kind leert differentiëren tussen voor hem of haar belangrijke volwassenen. Wanneer het kind leert differentiëren, krijgt zijn of haar wereld begrenzingen: het gaat de structuren van de werkelijkheid onderkennen. De eerste fase van het differentiatieproces begint met de eetfase. In het keukentje in de spelkamer staan 7 potjes klaar, waarmee kinderen opnieuw kunnen leren proeven, ruiken, horen en voelen. Met de inhoud van die potjes kunnen ze zintuigindrukken opdoen zoals hard, zacht, knapperig, iets wat smelt op je tong, rond, glad, gekleurd is. Ook of iets langwerpig, recht, rond vierkant, of iets anders is.
In de differentiatietherapie worden processen opnieuw op gang gebracht die analoog zijn aan processen die tijdens de vroege ontwikkeling niet of onvoldoende zijn afgerond. Tijdens het differentiatieproces gaat een kind zich veiliger voelen. Wanneer de therapeut inschat dat de veiligheid voldoende is, kan gestart worden met fasetherapie.
|
|
In het keukentje in de spelkamer staan 7 potjes klaar, waarmee kinderen opnieuw kunnen leren proeven, ruiken, horen en voelen.
|
Fasetherapie
Bij fasetherapie werken we aan het alsnog ervaren van gemiste ervaringen, die noodzakelijk zijn voor een gezonde ontwikkeling. De genezing komt op gang door het kind zich bewust wordt van datgene wat er gemist is en het accepteren van zichzelf. Het zelfbeeld van het kind ontwikkelt zich gedurende de fasetherapie positief. Ouders zijn hierbij heel belangrijk. Zij werken drie maal in de week 10 minuten met het kind. Dit wordt vooraf uitgelegd en in overleg gezocht naar wat bij het kind en de ouders past. Hierbij spelen ouders met het kind samen rondom verschillende leeftijdsfasen. Het kind ervaart continuïteit en beschikbaarheid. Het proces wordt wekelijks gevolgd door middel van een verslag. Eenmaal per maand is er overleg over het helingsproces. Het kind leert begrijpen wat er in zijn of haar leven is gebeurd en waarom het bang is of ander klachtgedrag heeft ontwikkeld. Hierdoor kan het kind emotioneel groeien en stevig worden.
verder lezen over differentiatietherapie verder lezen over fasetherapie
verder lezen, Theraplay
|
|
|
|